Zorg
Hieronder vind je per zorginstelling een aantal tips en adviezen met betrekking tot het wel of niet meenemen van de hond naar afspraken in de zorg.
GGZ instellingen
Bij opnames en therapiesessies is het voor onze cliënten vaak wenselijk de hond mee te nemen. Dit heeft verschillende redenen. De hond biedt steun, geeft troost en signaleert wanneer dingen te ver gaan en onze cliënten wat tot rust moeten komen. Aaien van de hond zorgt dan vaak voor een snellere daling van de spanning.
Bij therapiesessies waarin het doorleven van emoties een belangrijke doelstelling is, is het vaak niet verstandig de hond mee te nemen. Deze zal gaan signaleren en kan zo de therapie verstoren. Wel is het vaak fijn als de hond direct na de sessie aanwezig is.
Bij opnames is het vaak fijn als de hond aanwezig is. Wel vragen wij de GGZ mee te denken over de veiligheid van de hond op bepaalde afdelingen. Indien het niet veilig is, adviseren wij onze cliënten de hond tijdelijk onder te brengen bij de back-up adressen.
Hulphonden in opleiding zijn niet altijd zo ver dat ze mee kunnen. In dit geval is eventueel overleg met de instructeur van belang. Als het voor de hond, de therapie, de groep enz. niet verstandig is, adviseren wij onze cliënten de hond niet mee te nemen. Wel verzoeken wij de behandelaren rekening te houden met de opleidingsbehoeften van onze hulphonden. Dit kan door ze af en toe 10 minuutjes te laten wennen in een koffie-sessie.
Bij behandelingen in deeltijd en tijdens opnames is het niet noodzakelijk en zelfs niet gewenst dat de hond alleen naast de eigenaar ligt. De hond is een sociaal dier en mag dan ook geaaid en geknuffeld worden door groepsgenoten. Als de eigenaar aangeeft dat de hond weer in de werkmodus moet, verzoeken we iedereen daaraan mee te werken.
Bij therapiesessies waarin het doorleven van emoties een belangrijke doelstelling is, is het vaak niet verstandig de hond mee te nemen. Deze zal gaan signaleren en kan zo de therapie verstoren. Wel is het vaak fijn als de hond direct na de sessie aanwezig is.
Bij opnames is het vaak fijn als de hond aanwezig is. Wel vragen wij de GGZ mee te denken over de veiligheid van de hond op bepaalde afdelingen. Indien het niet veilig is, adviseren wij onze cliënten de hond tijdelijk onder te brengen bij de back-up adressen.
Hulphonden in opleiding zijn niet altijd zo ver dat ze mee kunnen. In dit geval is eventueel overleg met de instructeur van belang. Als het voor de hond, de therapie, de groep enz. niet verstandig is, adviseren wij onze cliënten de hond niet mee te nemen. Wel verzoeken wij de behandelaren rekening te houden met de opleidingsbehoeften van onze hulphonden. Dit kan door ze af en toe 10 minuutjes te laten wennen in een koffie-sessie.
Bij behandelingen in deeltijd en tijdens opnames is het niet noodzakelijk en zelfs niet gewenst dat de hond alleen naast de eigenaar ligt. De hond is een sociaal dier en mag dan ook geaaid en geknuffeld worden door groepsgenoten. Als de eigenaar aangeeft dat de hond weer in de werkmodus moet, verzoeken we iedereen daaraan mee te werken.
Ook in algemene ziekenhuizen zien we steeds vaker mensen met psychosociale hulphonden. De honden worden meegenomen om dezelfde reden als dat ze meegenomen worden naar winkels, restaurants en andere gelegenheden.
De hond biedt hen steun en in een groot aantal gevallen zorgt de hond er ook daadwerkelijk voor dat mensen de stap weer durven te zetten om naar veel meer plaatsen te gaan. Ook hier geldt dat de hulphond dan aan het werk is, zijn eigenaar goed in de gaten houdt en met rust gelaten dient te worden.
Bij opnames is het goed om met de patiënt te overleggen dat het beste voor de patiënt: dat de hond meegenomen wordt of af en toe op bezoek mag komen. Bedenk dat veel hulphonden spanningen aanvoelen en escalaties kunnen voorkomen. Ook in het ziekenhuis waarschuwen zij vaak voordat een menselijk oog dit in de gaten heeft.
Op afdelingen met infectiegevaar is het uiteraard logisch dat daar de honden niet mogen komen.
De hond biedt hen steun en in een groot aantal gevallen zorgt de hond er ook daadwerkelijk voor dat mensen de stap weer durven te zetten om naar veel meer plaatsen te gaan. Ook hier geldt dat de hulphond dan aan het werk is, zijn eigenaar goed in de gaten houdt en met rust gelaten dient te worden.
Bij opnames is het goed om met de patiënt te overleggen dat het beste voor de patiënt: dat de hond meegenomen wordt of af en toe op bezoek mag komen. Bedenk dat veel hulphonden spanningen aanvoelen en escalaties kunnen voorkomen. Ook in het ziekenhuis waarschuwen zij vaak voordat een menselijk oog dit in de gaten heeft.
Op afdelingen met infectiegevaar is het uiteraard logisch dat daar de honden niet mogen komen.
Algemene ziekenhuizen
Overige zorgverlening
Mensen nemen graag hun hulphond mee naar de huisarts, de tandarts, de fysiotherapeut en overige vormen van hulpverlening. De hulphond kan zorgen voor het verleggen van de focus bij de patiënt waardoor de spanning kan verminderen.
Onderzoek daarom of de hulphond een positief effect heeft op de behandeling. Vaak is dit zo. Is het niet zo, dan is het wellicht verstandig de hond in de wachtkamer (begeleid) achter te laten zodat de eigenaar dan na de behandeling hier weer volop profijt van kan hebben.
Onderzoek daarom of de hulphond een positief effect heeft op de behandeling. Vaak is dit zo. Is het niet zo, dan is het wellicht verstandig de hond in de wachtkamer (begeleid) achter te laten zodat de eigenaar dan na de behandeling hier weer volop profijt van kan hebben.
Als een hulpdienst geconfronteerd wordt met een psychosociale hulphond is het belangrijk dat de hond en de eigenaar niet van elkaar gescheiden worden. Indien het niet anders kan, verzoeken wij iedereen om een contactpersoon van de cliënt/patiënt te vragen de zorg van de hond over te nemen.
Op het moment dat er sprake is van dissociatie kan het zijn dat het aanraken van de eigenaar, tenzij het medisch onverantwoord is dit niet te doen, meer schade oplevert. De hond zal de hulpdienst dan proberen tegen te houden. In de meeste gevallen komt de eigenaar dan weer bij en zal zelf aan de hond aangeven dat het goed is dat de hulpdiensten hulp bieden.
Op het moment dat er sprake is van dissociatie kan het zijn dat het aanraken van de eigenaar, tenzij het medisch onverantwoord is dit niet te doen, meer schade oplevert. De hond zal de hulpdienst dan proberen tegen te houden. In de meeste gevallen komt de eigenaar dan weer bij en zal zelf aan de hond aangeven dat het goed is dat de hulpdiensten hulp bieden.